Simone (58)
,,Ik had een leuke baan in de media, druk en afwisselend. Het ging mis toen ik vlak voor de eeuwwisseling ging trouwen. Het huwelijk werd een drama. Na twee jaar doffe ellende zijn we gescheiden. Ik was toen fysiek en psychisch een wrak, maar werkte nog door, vraag me niet hoe. Ik kocht een huis met een wurghypotheek en hoopte op betere tijden. Toen een paar jaar daarna in drie maanden tijd alle twee mijn ouders stierven zat ik er echt doorheen. Ik zat alleen nog maar op de bank te janken. Uiteindelijk werd ik ontslagen en belandde in de WW. Na twintig jaar onafhankelijkheid is de bijstand wel het laatste wat je wil, dus ik heb me blind gesolliciteerd. Vaak werd ik op gesprek gevraagd maar altijd viel toch de keus op een jongere vrouw. Een tijdlang heb ik nog aangemodderd met allerlei laaggeschoolde baantjes afwasser, kamermeisje, serveerster – maar dat leverde nooit genoeg op om van te leven. Met aanvullende bijstand had ik net genoeg om de hypotheekrente en eten te betalen.”
,,In 2010 werd me door het UWV een omscholingstraject aangeboden in de zorg. Ik stapte daar meteen in, omdat er een baangarantie aan vast zat, zeiden ze. Op mijn tandvlees maar met vlag en wimpel haalde ik mijn diploma SPW4. De baangarantie werd echter aan het eind van de opleiding ingetrokken ‘vanwege de crisis’. Ik was ten einde raad. Uiteindelijk kon ik met deze opleiding alleen aan de slag als schoonmaakhulp in de thuiszorg. Dat ging een tijdje redelijk totdat er een ernstige, tot nu toe vrijwel ongeneeslijke ziekte bij me werd geconstateerd. Ik ben daar experimenteel voor behandeld en die behandeling heeft een groot deel van de rest van mijn lichaam gesloopt.”
,,Regulier werk zit er niet meer in. Ik zit nu in het traject Tegenprestatie en doe wat ik kan, al naar gelang de vorm van de dag. Ik moet eerlijk zeggen dat ik somber en vaak bang ben, ik slik zelfs kalmeringsmiddelen . Ik heb geen vrienden meer en woon nu in een achterstandswijk in een soort studentenhuis. Geld voor een uitje is er niet. Goede kleren, schoenen, naar de kapper? Vergeet het. Mijn leven is zo schraal geworden. Soms wilde ik dat het ‘goede leven’ van vroeger nooit gekend had… Ik heb het gevoel vast te zitten in een soort kooi waar ik nooit meer uit kan komen. En ik schaam me er ook nog eens voor. Dat is het ergste.”