Stadsgeneeskunde en de Omgevingswet
De essentie van de komende omgevingswet en bijbehorende omgevingsvisie is dat deze alle verschillende belangen en effecten in de fysieke leefomgeving zo goed mogelijk laat samenspelen. Een gezonde leefomgeving is hierbij een dragend criterium naast natuur en economische criteria. Stadsgeneeskunde is een strategie om als gemeente integraal en inclusief te kunnen investeren in deze leefomgeving op buurtniveau en zodoende binnen het wettelijk kader (omgevingsvisie) een garantie te bouwen voor een gezonde leefomgeving in de directe omgeving.
Stadsgeneeskunde laat natuur en mensen (omgeving) synergetisch samenwerken op buurtniveau met als doel een gezonde sociale, fysieke en mentale omgeving. Dit ecologische sociale domein dat zowel plaats als taak gebonden is werkt als een preventieve buffer op het gebied van de volksgezondheid. Omdat onderhoud geoptimaliseerd wordt is het mogelijk de wijk groener, gezonder en gezelliger te maken, hetgeen ten goede komt aan alle bewoners en vooral de kinderen die er opgroeien.
Dit is te organiseren door per wijk van ongeveer 5000 mensen een fonds met uitvoering te starten van 100.000 euro. Voor een stad als Rotterdam komt dit op een jaarlijks bedrag van 10 miljoen als we uitgaan van 100 wijken/buurten. De fondsen zijn zelfsturend en realiseren fysieke (onderhoud en inrichting) en sociale (participatie, revalidatie, signalering, voorlichting, e.d.) doelen met bijkomend maatschappelijk rendement op systeem niveau. Dit rendement maakt het mogelijk dat kosten elders bespaard kunnen worden. Bij succesvolle implementatie zal de gemeente dus een beter resultaat kunnen halen met dezelfde kosten.
Het nieuwe fysiek sociale domein maakt vele vormen van samenwerking mogelijk op uitvoeringsniveau die het totale resultaat verbeteren. Omdat een dergelijk wijkfonds de uitvoering coördineert en de doelstelling (gezonde leefomgeving) bewaakt. Kan de gemeente zich concentreren op het faciliteren en verbeteren van de samenwerking en dus het resultaat. Wat wel of niet gezond is wordt immers wetenschappelijk bepaald en niet politiek. Wat wel of niet werkt bepaalt de praktijk. Dagelijks onderhoud is een verantwoordelijkheid van ons allen, evenals het milieu en onze gezondheid.
De fondsvorm garandeert een sturen op resultaat en dit resultaat is een groene en gezonde leefomgeving. Om een evenwichtige belangen afweging te garanderen dient het fondsbestuur te bestaan uit een vertegenwoordiging van alle baathouders te weten de bewoners, de medewerkers, de vakmensen (Tuinman), de ondernemers, de ambtenaren en de investeerders.
Ieder fonds heeft een trajectleider, een 'stadsdokter' en een Tuinteam (professionals en vrijwilligers) die de uitvoering op buurtniveau organiseert met het doel een groene gezonde en gezellige wijk. Het bestuur ontwikkelt en beheert het uitvoeringsprogramma en zorgt voor afstemming van de verschillende belangen. Met een jaarlijkse wijkconferentie kan dit programma worden vastgesteld door bewoners (deelnemers en eindgebruikers).
Op deze wijze wordt er in ieders omgeving een fonds gerealiseerd met een gegarandeerd rendement en een zeer laag risico voor de gemeenten. Bovendien maakt het investeringen van derden mogelijk in een gezonde omgeving, zorgverzekeraars, wooncorporaties en projectontwikkelaars hebben hier een duidelijk belang om te participeren.