Complexiteit
De nieuwste ster aan het wetenschappelijk firmament is onmiskenbaar het begrip complexiteit. Het komt uit de systeemtheorie en is niet meer weg te denken op tal van wetenschappelijk terrein. Het begrip kent vele definities, zeker meer dan dertig. Complexiteit is moeilijk grijpbaar maar volgens mij herbergt het een nieuw paradigma dat de moderniteit en religie kan omvatten. Een alomvattend begrip dus. Hoe zit dat in elkaar? Ik zal hier een zo simpel en algemeen mogelijke definitie gebruiken. Deze komt uit de kwantumtheorie, maar is ook toepasbaar in ons alledaagse leven. Vandaar mijn keuze.
Voor ik verder ga geef ik eerst een beeld wat complexiteit inhoudt. Ik waarschuw alvast: het gaat ons voorstellingvermogen te buiten. Als ik alle informatie die momenteel rondgaat op de wereld in een menselijk lichaam zou stoppen is dat minder complex dan ons eigen lichaam. Wij zijn vele malen complexer. Wij hebben meer verbindingen en interacties in ons lichaam dan er zichtbare atomen in ons universum zijn. Dit is onvoorstelbaar complex en toch zijn wij tot op zekere hoogte zeer stabiel. Ons lichaam genereert een dynamisch evenwicht, de homeostase. Alle onderdelen zijn perfect afgesteld om een systeem te laten werken; ons leven. Dat betekent niet dat er niets fout kan gaan, juist het fout gaan hoort erbij.
Het geheel bepaalt de delen dat is de eerste en belangrijkste regel van de definitie van complexiteit. Dit betekent dat ook wij bepaald worden door het geheel dat we vormen. Alles hangt samen. Alles is uniek. Alles behoeft contextuele duiding. Dat is de complete set regels die ik de meest bruikbare en praktische definitie vind. Ik sta open voor betere suggesties maar vooralsnog is dit de beste die ik heb gevonden.
Laten we beginnen met de eerste regel. Complexiteit is een eigenschap die niet is af te leiden uit de afzonderlijke elementen. Als we hier met een moderniteitsbril naar kijken noemen we dit emergentie; een uitvloeisel of projectie van de delen. Dit suggereert dat het niet echt is en voorkomt uit de delen, die wel echt zijn.
Kijken we met een complexiteitbril naar is het juist het gehele systeem (totale kwantumtoestand) dat de delen bepaalt. Daarin ligt de paradigmashift: met de complexiteitsbril zie je de wereld precies omgekeerd. Eeuwenlang hebben we oorzaken in het kleinere, achterliggende of het grotere gezocht en gevonden. Het geloof hield zich bezig met het geheel, waar de wetenschap zich vanaf keerde. Dat was immers speculatie, religie en niet te bewijzen. Wetenschappers hebben alles uit elkaar geplozen om tot de kern te komen. Maar geloof is wel degelijk een noodzakelijk onderdeel van ons bewustzijn; het is onmogelijk nergens in te geloven. Geloof bepaald grotendeels ons leven. Waarom nemen we het niet serieuzer? De moderniteit heeft het objectieve gescheiden van het subjectieve om iets 'tastbaars' over de wereld te kunnen zeggen. De complexiteit waarin we leven en die we noodzakelijkerwijs hebben ontdekt laat zien dat dat niet kan. Bij de kwantumfysica is de waarnemer (subject) immers onderdeel van de waarneming en kan deze zelfs bepalen. Dat is harde wetenschap, harder kan niet. In feite geldt dat ook voor ons mensen, we worden gevormd door de anderen, de omgeving en onze genen; dat levert het individu; het unieke object/subject.
Eigenlijk kijken we al jaren door de complexiteitsbril via de statistiek. We definiëren ziekte en gezondheid met epidemiologische data in mortaliteitcijfers, kwaliteit van leven en zelfs oorzaken. Dat laatste is typisch want het dient als bewijs voor de moderne benadering. Deze benadering heeft ons overigens veel gebracht, we hebben heel veel oorzaken gevonden en machines gemaakt. Steeds meer eigenlijk en eigenlijk is nu het systeem zelf complex geworden en heeft het een eigen wil gekregen. Een wil die wij er niet hebben ingestopt.
Het enige wetenschappelijke bewijs of medicijnen werken is een statistisch bewijs en dat wordt verkregen via dubbelblind onderzoek. Dit komt door het placebo effect als mensen pillen krijgen is er gemiddeld een 30% kans dat ze werken. Dus moet je, om te zien of een medicijn effectief is, deze vergelijken met een onwerkzame pil of injectie in twee groepen, die niet weten of ze de ‘echte’ pil krijgen of de ‘neppil’. Dit is het protocol voor alle geneesmiddelen. Vraag me meteen af of ze het coronavaccin ook dubbelblind testen. Heb er niets over gelezen, alleen dat ze het op mensen testen.
Laten we hier eens met onze complexiteitsbril naar kijken. Wat meteen opvalt is het placeboeffect 30%, dat is best fors. Waarom hebben we dat uit alle effectiviteit metingen verwijderd. Neem antidepressiva, die hebben een effectiviteit van zo’n 15% extra dan een placebo. Dat betekent dat ze bij 45 van de 100 patiënten werken. Voeg daarbij het gegeven dat de meeste depressies self limiting zijn en gemiddeld zes maanden duren. Plus het gegeven dat antidepressiva erg verslavend zijn en moeilijk om te stoppen. Om dit te meten zouden ze in stad A alleen placebo voor dienen te schrijven en in stad B alleen echte antidepressiva voor nieuwe depressieve patiënten. De looptijd zou zeker 5 jaar moeten zijn voor duidelijke conclusies. Ik vraag me af welke ethische commissie een dergelijk onderzoek toestaat en wie een dergelijk onderzoek zou financieren.
Wat ik hier duidelijk wil maken dat dit complex is en dat lineaire onderzoeksmethoden die oorzaken zoeken hier geen soelaas bieden. Om dit op te lossen moeten we uitzoomen naar het grotere geheel waar wij mensen en depressies onderdeel van zijn, Dit systeem is uiterst complex maar er valt voldoende over te zeggen statistisch gezien. Hoogopgeleide mensen leven bijvoorbeeld langer, bewoners van groene wijken zijn minder depressief en kinderen minder dik. Dit zijn algemeen bewezen feiten en hier hoeven we geen dubbelblind onderzoek meer naar te doen. Het is ook niet zo verschrikkelijk moeilijk om via goed onderwijs en groenere wijken de volksgezondheid te verbeteren. Zo zijn er tal van systeemfactoren die effect hebben en die geen individuele therapie of medicatie nodig hebben maar deze juist voorkomen. Dat is de strategie die we met stadsgeneeskunde voorstaan. Brede preventie via een veranderde onderhoudspraktijk is vele malen effectiever als je volksgezondheid wil bevorderen en zorgkosten besparen dan ‘individuele trajecten’. Zie hier de grote kracht van de complexiteitsbenadering je gebruikt simpele interventies die het geheel gunstig beïnvloeden. Dagelijks onderhoud is een noodzakelijk onderdeel en beïnvloed hierdoor al het overige binnen het geheel; in dit geval de openbare ruimte.
Dat is het praktische nut van de complexiteitsbril. Als je de grotere verbanden ziet is het eenvoudiger een probleem te plaatsen en zo mogelijk op te lossen. Bij alle grote vraagstukken speelt geloof een rol, want waartoe zijn we op aard? Toch niet om de boel te verstieren hoop ik. In complexe vraagstukken als deze zijn geen eenduidige rechtlijnige antwoorden meer te vinden. Paradoxale vraagstukken zoals wat is er eerder, het kip of het ei, zijn wel eenvoudig te beantwoorden. Ze waren er tegelijkertijd want zonder kip geen ei en zonder ei geen kip. Ze horen bij elkaar en voor de kip waren er de dinosauriërs die al eieren legden. Dat klinkt flauw maar dat is het niet. Onze wetenschappelijke kennis is gebouwd op het uitsluitprincipe van Aristoteles; iets is waar of niet waar. In de complexiteit is er altijd nog een andere weg: ik spreek nooit de waarheid.
Ik hoop dat ik het begrip complexiteit enigszins voor het voetlicht heb weten te brengen. Daag wetenschappers en intellectuelen uit hier een gat in te schieten of me op ‘fouten’ te wijzen. In complexiteitskwesties is er nooit een waarheid. Het is een zoektocht tussen ‘verhalen, waarheden en feiten’ met je geloof als oriëntatie en de wetenschap als kompas.
Comments