Conceptuele verkenningen #2 Bewustzijn
‘Als je de wereld wil leren kennen moet je hem proberen te veranderen.’ Volgens mij een uitspraak toegeschreven aan Einstein of Picasso. Dat wat je theoretisch bedenkt zonder dat het werkt in de praktijk is luchtfietserij. Theoretische luchtfietserij is evenwel nuttig om tot nieuwe inzichten te komen. De nuttigheid ontdek je pas als je die nieuwe inzichten kunt gebruiken.
Het onderwerp van deze verkenning is bewustzijn. We zijn ons bewust maar lang niet van alles. We zijn ons bewust van waar we onze aandacht op richten of waardoor deze wordt getrokken. Wat we zien is een gecreëerde werkelijkheid. Deze wordt gevormd door ons lichaam (brein, sensoren en verwerking) en dit zijn we ons bewust.
Een ding valt meteen op.
We ervaren de werkelijkheid als een geheel.
Dat doet ons brein is het idee.
Het brein zorgt voor een consistent wereldbeeld waar we ons bewust van zijn. Het bewustzijn werkt hier wederom als zwaartekracht. Zonder zwaartekracht valt het universum uit elkaar. Analoog kun je zeggen zonder bewustzijn kunnen we als mens niet functioneren. Bestaan we niet eens want we hebben geen beleving…
Als je een deel van je gezichtsveld uitvalt door bv oogziekte. Dan zie je bijvoorbeeld een kast niet in je huis. Je ziet daar geen zwarte of witte vlek, je brein vult dat gewoon in wat te verwachten valt en trekt de muur gewoon door. Beng! Daar loop je tegen de kast op. Zo zijn er meer voorbeelden van wat ons brein construeert dat er niet is.
Let op, bewustzijn is niet hetzelfde als ons brein.
Alles sluit naadloos aan. Als je je ogen dicht doet kun je in je verbeelding overal heen. Er zitten geen gaten in onze werkelijkheid. Dit geldt ook voor ons mens- en wereldbeeld. Ons brein houdt dat bijeen door feiten die niet helemaal passen in hun wereldbeeld te negeren of weg te redeneren. De enige andere actie is je wereld en mensbeeld corrigeren. Dat laatste is veel lastiger.
Tuurlijk als je logisch nadenkt weet je dat je bijna niets zeker weet maar om te kunnen leven heb je blijkbaar een consistent logisch beeld nodig dat de hersenen creëren en dat pas achteraf aangepast kan worden. Blijkbaar is deze manier van bewustzijn en verwerking evolutionair de uitkomst hoe onze soort met de werkelijkheid omgaat.
Bewustzijn is ons zo vertrouwd maar nog steeds hebben we geen idee waar het vandaan komt en wat het is. Net als de zwaartekracht overigens. We kunnen psychologische processen en neurologische processen beschrijven wat ik net deed maar niet ons bewustzijn. Wel in ons brein. Wat heeft dat met ons bewustzijn te maken? We zijn bewuste waarnemers en acteurs.
Galileo zag het bewustzijn als ondefinieerbaar en niet passend in de kwantificeerbare wiskunde die de natuur kon beschrijven. Zo werd bewustzijn exclusief en onbenaderbaar. Het was indertijd deel van onze ziel. Net zoals de mensen voor Newton de zwaartekracht vanzelfsprekend vonden vonden ze dat ook van het bewustzijn. Voor onze vroege voorouders was de wereld bezield en magisch.
Moderne mensen hebben bewustzijn en dieren hebben een instinct waren de laatste 200 jaar de dominante positie van de wetenschap. Dieren en planten waren een soort automaten dacht men en zo werden ze onderzocht. Bewustzijn had geen plek in de onderzoekmethode van de natuurkunde, biologie, ecologie, psychologie, neurologie en ga zo maar door. Slechts dat wat kwantificeerbaar was, in getallen uit te drukken, was wetenswaardig. Dat was immers de werkelijke werkelijkheid die in formules te vatten was. We zijn onszelf vanzelfsprekend ook zo gaan bekijken; deels als automaten met een soort van geest en wil. We hebben dierlijke, zwakke driften en de menselijke rationaliteit die dit ontstijgt.
Inmiddels zijn de meeste wetenschappers ervan overtuigd dat zeker de hogere diersoorten ook bewustzijn hebben. De vraag dringt zich op waar dit ophoudt, insecten, planten, schimmels, eencelligen, bacteriën, virussen, moleculen… Hoe meet je bewustzijn?
Inmiddels is er wel veel onderzoek naar bewustzijn gedaan, maar wat het precies is blijft buiten schot. Tot voor kort was de gangbare gedachte in de wetenschap dat het een uitvloeisel van ons brein is en op de een of andere manier voorkomt uit processen en structuren in de hersenen.
Bijna-dood ervaringen en uittredingen kunnen we niet als onzin blijven afdoen.
Voor de grote natuurkundige Penrose zijn onze hersenen een kwantumantenne. Maar wetenschappers gaan tegenwoordig verder. Er is een nieuwe theorie die aan populariteit wint en dat is de theorie die stelt dat bewustzijn een kwaliteit is in ons universum, een veld zo u wilt, zoals materie dat ook is. Het doordringt alles en is ermee verbonden. Zoals de zwaartekracht maar dan anders.
Wat betekent dat voor ons alledaags bestaan?
Wij mensen zijn mensgericht en vinden natuurlijk dat wij de meest complexe vorm van bewustzijn hebben in vergelijking met de andere levende wezens. Dat valt echter met deze nieuwe vooralsnog onbewezen theorie zeer te betwijfelen, planten zijn immers al veel langer op deze wereld en hebben wellicht een net zo complex bewustzijn maar dan totaal anders georganiseerd. Daarnaast is een sterk argument dat er geen gradaties zijn in complexiteit. Iets is complex of niet. We moeten op dat punt van ons voetstuk op de top van de piramide des levens verlaten.
Er is geen enkele theorie over ons bewustzijn bewezen. Hetzelfde geldt voor het bestaan van God.
Ik houd van een mooie allesomvattende theorie die de grote raadsels van het leven, materie, energie, tijd/ruimte en bewustzijn, met elkaar verbindt. Bewustzijn als een universele kwaliteit. Deze theorie trekt ons bewustzijn in het geheel, in de natuur, in de fysica, als regel en geen uitzondering. Het krachtige van deze veronderstelling is dat het een ander wereld en mensbeeld mogelijk maakt. Vergelijk het met de heilige schriften die een God postuleerde, die de mensen had uitverkoren en van een genade en toekomst voorzag; het eeuwige leven in liefde. In een universum waarin bewustzijn een kwaliteit is als energie en materie is dat ‘beloofde’ eeuwige leven heel goed mogelijk. Tegelijkertijd ook heel goed niet mogelijk. We zijn als mensen natuurlijk in beginsel gelovigen. We geloven noodgedwongen wat ons brein ons voorschotelt en dat wat we niet ‘hard’ kunnen bewijzen. Binnen ons bewustzijn zoeken we continu naar ‘wegen en oplossingen.’ We trachten fouten te vinden, te verhullen of te vermijden. Alles om het archaïsch uit te drukken ons ‘jagen en verzamelen’, ons overleven, te verbeteren.
Of er werkelijk een leven na de dood is zullen we pas weten als we dood zijn. Kans is overigens groot dat we het meteen vergeten maar goed ik ben hier aan het speculeren. Voorlopig moeten we het doen met de logica, de wiskunde en fysica die het denken erover mogelijk maakt naast de eeuwenoude openbaringen van ‘andere zijde’.
Verschijningen van overleden mensen bij nabestaanden komen opvallend vaak voor, evenals de bijna-dood ervaringen en de openbaringen via profeten. Maria verschijningen, ze zijn er volop, graancirkels, ufo’s, … We moeten dus ook deze wonderlijke zaken een plaats geven in ons leven en theorie. Voor de een zijn deze ‘zaken’ onzin en voor de ander is het een ‘teken’ en bevestiging van het bestaan van God of leven na de dood, buitenaardse beschavingen, zeg het maar, …
Het ‘bewuste universum’ is een mooi uitgangspunt voor een nieuw mens- en wereldbeeld, waarbij ‘wij’ zijn met ons bewustzijn verbonden zijn aan alles en iedereen incluis het universum. Leven en dood is geen absoluut begin en einde meer maar zijn fase overgangen waarin het bewustzijn gelijk de materie transformeert maar als veld behouden blijft.
Wat betekent dat? Geen idee maar daarom moet je met dit idee creatief aan de slag als filosoof, als wetenschapper, maar ook als gewoon gelovig en denkend mens lijkt me. Net zoals we ooit gewend zijn aan het idee dat dieren een instinct hebben en geen magische wezens zijn zullen we nu moeten wennen aan het idee dat ze dat wel zijn omdat ze net als wij bewust zijn. Hetzelfde geldt voor het ‘koude zwarte enorme heelal’…
Totaal geen onlogisch conclusie in een dergelijke theorie. En waar is de plek van God of Goden in dit geheel? Waar leven zij? In of buiten het universum of zijn zij het universum. Best lastig omdat ze een identiteit hebben en zich deels gedragen als mensen. Fascinerend. Ik ben van mening dat als Goden bestaan ze ons net zo hard nodig hebben als wij hen. Goden zijn ook bewust en onderdeel van het universum al kunnen ze niet sterven. Bovendien als de dieren en planten ook goden hebben is het een drukte van jewelste in de metafysische wereld maar we weten inmiddels; er is plaats genoeg.
Het is wat mij betreft veel inspirerender een nieuwe hypothese te onderzoeken qua potentie en reikwijdte dan oude en grotendeels ontkrachtte benaderingswijzen vast te houden. Dat wat we niet snappen weg te redeneren of te negeren. Het universum is zich bewust van ons en wij van haar of het. Hier valt genoeg te verkennen. Welkom in de nieuwe werkelijkheid waar onze kennis op schoonheid en wonder bouwt als fundament. Liefde is de schoonheid van sociale interactie en haat de lelijkheid. We kunnen weer kiezen.
Als kunstenaar moet ik er wel bij zeggen dat de mooiste kunstwerken ook ‘iets lelijks’ in zich hebben. Anders zijn ze saai en voorspelbaar.
“The cosmos is within us. We are made of star-stuff. We are a way for the universe to know itself.”
― Carl Sagan
Comments