De jaren Nul in Rotterdam
Jaren heb ik me een muildier gevoeld met een last uit het verleden; vierhonderd uur gemonteerd videomateriaal, evenveel ongemonteerd en een website met duizenden items. Allemaal over de jaren nul, twaalf tot tweeëntwintig jaar geleden. Het lag op zolder en voor de website betaalde ik de hosting maar de site was inmiddels nutteloos geworden anders dan bewaren. Ook dat was een puinhoop; een heleboel links werkten niet meer en de videoformaten worden niet meer ondersteund. Samenvattend bandjes die langzaam verslijten en een website die langzaam instort. Afgelopen zomer kwam Oscar, waarmee ik in de jaren nul samenwerkte tijdens vakantie in Frankrijk op bezoek. Op dat moment belde Rick, ‘dat is lang geleden’ zei ik enthousiast. “Rolf is overleden’ zei Rick aan de andere kant. Mijn vaste cameraman en vriend was dood; hartaanval. Dat was een schok en we besloten, of eigenlijk besloot ik de last van me af te werpen en er iets nuttigs mee te doen.
Dat is nu driekwart jaar geleden. In die periode heb ik mensen uit die tijd gebeld en een projectplan gemaakt. Ik dacht eerst we hebben lokale televisie gemaakt, dus is het interessant om acht programma’s te maken rond thema’s uit die tijd. We konden zo ons materiaal ordenen, digitaliseren en van reflectie voorzien. Onze subsidieaanvraag werd afgewezen. Oscar is inmiddels op eigen kosten de tapes aan het digitaliseren die van mijn zolder naar zijn studio zijn verhuisd. Ik doe het natuurlijk vooralsnog ook onbezoldigd, heb die website acht jaar betaald zonder te gebruiken. Gelukkig heb ik een nieuw en beter plan. Leuker om uit te voeren en waarschijnlijk ook vele malen relevanter.
Toen ik mensen uit die tijd belde, waren ze natuurlijk eerst verbaasd. Een telefoontje plots na tien jaar of zelfs twintig is apart. Ik had overwogen eerst te mailen, maar dit vond ik prettiger en spontaner. Iemand contacten niet met ‘slecht nieuws’ maar met ‘goed nieuws’. De meesten, eigenlijk allemaal reageerden enthousiast. Het was een vrolijke spontane tijd, hoe naïef we waren, terugkijkend. Verhalen zat, maar het interessantste vond ik wat er daarna was gebeurd. Hoe het ze is vergaan. Mensen die totaal andere keuzes hebben gemaakt dan verwacht en anderen die voorspelbaar meedraaien in het systeem van banen en promotie. Ik ben nu eenenzestig en opa, als ik terugkijk op die jaren zie ik een enorme energie. We stonden in de kracht van ons leven en de jeugd kwam er aanstormen. We trouwden, kregen kinderen, maar we feesten door. We zweefden op de wolken, lieten ons helemaal gaan en alles wat we deden was heel voornaam. Dat gevoel en toch was het hard werken, geld regelen, mensen zoeken en aansturen. We filmden het culturele leven en kunstenaars zijn eigenwijze, grappige mensen.
Recentelijk is de serie ‘Het jaar van Fortuyn’ op televisie uitgezonden. Leuk om naar te kijken wat betreft politieke intrige, herkenbaar ook. De stad echter, de achterstandswijk, de mensen die er wonen, de vibe van de stad, werd karikaturaal neergezet. Juist hier gaan onze filmpjes over, het kleinschalige, de buurt, de straat, de mensen en wat hen drijft. Civiele journalistiek heette dat toen, ik realiseer me nu dat ik geen idee heb of die term nog wordt gebezigd. Ik heb ook geen zin het op te zoeken op Google, maar toentertijd was het een kernbegrip in subsidieverzoeken. De gemeente heeft nu inspraak op het paard gehesen en de rest is ‘human interest’ of verhalen.
Terug naar het onderwerp, dit betoog is een aanzet tot een nieuw projectplan waarmee ik probeer financiering te organiseren. Door de jaren heen heb ik geleerd dat de betere plannen en ideeën van ver komen dat wil zeggen het kost tijd en moeite. De vijand van een beter idee is nog altijd een goed idee dat je gaat uitvoeren. Het gaat erom hoe we met dit erfgoed omgaan voor de volgende generaties. Zodat ook dit ‘kleinere verhaal’ dat een tijd en plek kleurt toegankelijk blijft.
Hiertoe gaan we de website restaureren, het materiaal online aanbieden en voorzien van metadata en reflectie uit deze tijd. We graven het als het ware op en voorzien het van de juiste context voor de toekomst. We werken hierbij uiteraard nauw samen met het Stadsarchief Rotterdam, experts en partners. Voor de financiering denken we aan een projectsubsidie kunst en cultuur, en natuurlijk onze vroegere opdrachtgevers, die immers ook belang hebben bij archivering en actualisering van dit archief. Dit zijn het Centrum Beeldende Kunst, het Architectuur Instituut Rotterdam, Rotterdam Festivals en de gemeente Rotterdam zelf om de grootste te noemen. Ik doe het op mijn gemak, de last is in ieder geval van mijn rug en ik kan het nu gaan verwerken. Dat geeft plezier en inzicht want het is een ontdekkingstocht door mijn geheugen. Hoe ik het toen zag, hoe ik het nu zie. Dat is nog een heel gedoe om daar een goed antwoord op te geven. Een reden van de afwijzing van onze aanvraag bij de mediaregeling was dat het nog te vroeg is om terug te kijken naar de jaren nul. Wat mij betreft dus niet; het is precies op tijd. Over de vorige eeuw is veel gezegd en vaak zwelgen we in nostalgie. Rotterdam is meer dan Gerard Cox, Lee Towers en Pim Fortuyn. Veel meer!
Het begin van deze eeuw is nog onontgonnen terrein, de jaren waarin het internet als een fantastisch wonder en een oplossing voor alles werd gezien, de jaren ook waarin vele bubbels barsten met de financiële crisis als klap op de vuurpijl. In de beginjaren rookten we nog gewoon in kroegen en liep niemand op het scherm van een telefoon te staren. De financiële crisis en de daaropvolgende bezuinigingen op cultuur, ontmanteling van broedplaatsen zijn voor veel kunstenaars hard geweest. Het is niet meer zoals vroeger verzuchtten we met de boeren, al die regeltjes, de lol is eraf. Juist daarom is het goed, die onbezonnenheid van toen te laten zien en te bespiegelen vanuit de ernst van het heden; het is er niet echt op vooruit gegaan…
Bình luận