Drie jaar Right to Challenge Stadsgeneeskunde
Je interviewt jezelf vaak, waarom eigenlijk?
Het is een heel natuurlijke manier van schrijven. Een interview lijkt op hoe je in je hoofd bezig bent tijdens het denken; vragen en antwoorden formuleren. Denken is sowieso een vreemd fenomeen maar dat is een ander verhaal.
Waar wil je het nu over hebben?
Over ons Challenge traject, Stadsgeneeskunde in de praktijk. We zijn nu drie jaar onderweg en de resultaten zijn goed. Tegelijkertijd lopen we nog steeds tegen dezelfde muren op.
Welke muren?
De gevestigde praktijk en hoe deze is georganiseerd. Die lijkt in beton gegoten en dat verander je niet zomaar. Het is dus al een wonder dat we überhaupt de kans hebben gekregen en dat het traject met nog drie jaar is verlengd.
Wat is het probleem precies?
De afspraak bij aanvang was dat we eerst maar eens moesten laten zien of het ons lukte en dan kijken we verder. Dat vond ik alleszins redelijk, maar inmiddels hebben we ruim aangetoond dat het lukt en ook volop nieuwe inzichten hoe het nog beter kan. We zijn nu klaar voor de volgende stap naar een volwaardig wijknatuurfonds. Vooralsnog is dat voor de gemeente een te grote stap. Terwijl ik denk; wat kan er mis gaan en bovendien we werken samen. Wij doen het sociale ecologische kleinmazige beheer dat kennis, kunde en aandacht vraagt in de uitvoering en de gemeente is goed in de grotere infrastructuur van de afvalcyclus. De gemeente blijft ten alle tijden eindverantwoordelijk voor de buitenruimte en het onderhoud. Dus als we dat met deze aanpak kunnen verbeteren en zelfs rendabel maken moeten we dat toch proberen lijkt me.
Klinkt niet onredelijk.
Klinkt helemaal niet onredelijk en de meeste mensen die ik spreek binnen de gemeente vinden dit ook en toch gebeurt het niet want iedereen denkt en zit in het systeem. Het idee dat er buiten dit systeem iets vanuit de praktijk ontstaat is blijkbaar onmogelijk. Terwijl daar natuurlijk de oplossing te vinden is en niet achter een bureau of in de datasystemen. De onderhoudspraktijk en daarin een deel schoon en groen aanbesteden via een fonds dat stuurt op maatschappelijk rendement daar ligt wat mij betreft de oplossing voor een heleboel hedendaagse problemen.
Hoe ga je dat oplossen?
De oplossing zit in de beleidswereld, politiek en wetenschap. Zij zijn degenen die het systeem uiteindelijk kunnen veranderen. Zonder hulp van boven gaat het beneden niet lukken. Dus ja, die moeten we betrekken bij ons Challenge traject. Eigenlijk willen we twee misverstanden uit de weg ruimen. Wij zijn geen burgerinitiatief, we bestaan al twintig jaar. We zijn een organisatie die een nieuwe strategie ontwikkelt richting een biodiverse gezonde stad via de dagelijkse onderhoudspraktijk. Het zou fijn zijn als we ook als zodanig beoordeeld zouden worden en dus niet weggezet als enthousiaste burgers of zo. En daarnaast erger ik me groen en geel aan het woord 'groen' als het over stadsnatuur gaat. Die twee dingen zou ik graag willen rechtzetten.
Je klinkt nogal strijdlustig?
Het is dubbel. Het werk dat ik doe en hoe het nu gaat in de praktijk vind ik erg tof. Juist het samenwerken met mensen in de uitvoering is erg bevredigend. Samen een probleem oplossen. Maar ik ben en blijf een idealist die het verschil wil maken. Eerlijk gezegd heb ik alle hoop dat het gaat lukken net als het gelukt is in de praktijk met kleine stapjes. Als die kleine stapjes in de juiste richting zijn kom je er vanzelf. Dat is mijn management strategie. Ik heb nu veel meer ervaring dan energie en vroeger was dat omgekeerd. De grootste successen worden behaald met grote stappen in het begin maar heel veel kleine stappen om het echt te laten werken. Daarom kies ik voor een doel dat mijn leven en dood ver overschrijdt. Het geeft richting en zin, maar ik weet ook dat ik het nooit zal bereiken. Strijdlustig ja, maar ik houd ook van gezelligheid. En ieder klein stapje is weer een feest, zo kom je er wel.
Als ik het zo hoor is er toch juist veel goed gegaan?
Inderdaad en daarom ben ik best tevreden. Juist doordat ikzelf nu drie jaar dagelijks in de praktijk werk heb ik veel meer geleerd over de stadsnatuur, de verschillende seizoenen, de planten en hoe alles samenwerkt. Het mooiste is dat het nog spectaculairder is dan ik me had voorgesteld. De inheemse natuur is echt prachtig. Een park ziet er ieder seizoen en ieder jaar anders uit. En natuurlijk de omgang met vrijwilligers en bewoners. Dat groeit net als een ecosysteem en het werkt steeds beter. Mensen zijn ook natuur en het is mooi te zien hoe mensen zich ontwikkelen en groeien in het traject. We zijn nu drie jaar bezig en we hebben al die tijd geen planten gekocht. We hebben een aantal planten verplaatst vanaf het Proefpark dat moest verdwijnen. Het meeste is goed aangeslagen en verder hebben we vooral planten verwijderd om ruimte te geven voor anderen. De natuur zelf levert de planten. Er zijn nu volop insecten en volop vogels. Daarom wringt het zo dat we niet kunnen doorgroeien. Ik heb nu een vrijwilligersstop ingesteld, omdat we te weinig werk en budget hebben voor meer vrijwilligers. Dat is jammer. Tegelijkertijd hebben we die drie jaar ook nodig gehad om het geheel in de vingers te krijgen. We liggen dus op schema dit soort processen gaan langzaam. Gelukkig merk ik dat de publieke opinie ook richting een natuurlijker en ecologisch beheer van groen gaat. Nu nog het woord groen vervangen door stadsnatuur dan is het helemaal goed.
Dus alles is eigenlijk prima?
Eigenlijk wel ja. De praktijk loopt en nu is het zaak de juiste mensen te vinden die het verder kunnen brengen. Ik ben de afgelopen maanden in de weer geweest om de methode beter uit te werken en begrijpelijker te presenteren. Dat helpt. Net als bij tuinieren heeft het tijd nodig en dus net zoals je gras niet uit de grond kunt trekken kun je dit lastig versnellen maar wel in de goede richting duwen. Het leven lijkt erg op tuinieren of ben ik het leven gaan zien als tuinieren door al dat getuinier. That’s the question lijkt me. Maar de metafoor werkt wonderwel; de natuur geneest en ontstrest ook als metafoor.
Klinkt wel wat zweverig?
Helemaal niet. Alles is heel concreet. Wat is de basis van een stad?
Vraag je dat aan mij?
Ja natuurlijk. Ik zie je denken, dat vraag je dan toch aan jezelf. Inderdaad, maar ik wil dat lezers even over de vraag nadenken voor ik antwoord geef.
Waarom dat?
Omdat de meeste antwoorden die ik krijg in mijn ogen zweverig zijn. De basis van een stad is wat mij betreft de grond waar een stad op staat en de natuur die hierin en op leeft, inclusief wij mensen. En daar zit de infrastructuur en huizen bovenop en doorheen. Dat is een stad, een mensenhoop in een landschap, een rotsbos. Dus ja, een beeld van een stad die bestaat uit huizen, straten, mensen en groen is wat al te zweverig om de huidige problemen op te lossen.
De stad is wat je noemt een ecosociaal geheel.
Inderdaad, op die manier zie je de samenhang der dingen en de eventuele oplossingswegen. Ik hoop van harte dat steeds meer mensen zo naar de stad gaan kijken en dus ook de alternatieve strategie zien om de stad leefbaarder en gezonder te maken, voor mens, plant en dier. Dat zie ik als mijn missie.
Maar hoe moeten ze dan precies naar de stad kijken?
Stel je een stad voor waar alle huizen en infrastructuur doorzichtig is. Je ziet dan alleen mensen, aarde, planten en dieren. Het is dan beter te zien hoe de infrastructuur de natuur en de sociale interactie van mensen bepaalt. Ik hoop dat er ooit iemand een dergelijke animatie maakt met mensen die in de lucht zweven in hun doorzichtige huizen en doorzichtige muren die ze van elkaar scheiden. Je kunt ratten door de plafonds zien lopen, maar de rest van de dieren zullen redelijk verscholen zitten in het ‘groen’. Zo maak je iets complex, want dit is weer eenvoudig te koppelen aan je eigen dagelijkse leven in de stad. Alles gebeurt immers in het nu en op een bepaalde plek. Stedenbouw gaat zeker die kant op want het volgt de wiskunde en die is hier al, kijkt al vanuit interactie en verbinding in plaats van getallen en lijnen. De stad is een levend bewegend geheel en als je dit wil veranderen kun je dat beter ook met levende bewegende systemen doen. Dit zijn nu precies ecosystemen en die kun je niet met starre hand sturen maar met liefde, aandacht en verstand. Daarom heb ik het ook stadsgeneeskunde genoemd; het is een zachte harde aanpak; liefdevol en effectief.
Je gaat de methode dus beschrijven?
Ik heb de methode natuurlijk al vaak beschreven en ik probeer de beschrijving steeds beter te maken. Vorig jaar heb ik columns geschreven, zo verken ik het onderwerp. De komende maand ga ik dat verwerken in een methode beschrijving als onderlegger voor verdere ontwikkeling. We werken met een heleboel mensen, die er allemaal anders instaan zonder een helder verhaal lukt het niet te manoeuvreren. Stadsgeneeskunde stuurt op meer stadsnatuur, meer biodiversiteit, meer sociale veiligheid en een gezondere leefomgeving. Het gaat erom goed uit te leggen hoe dat in elkaar steekt en we hebben nu een lopende praktijk die mensen kunnen bezoeken om het met eigen ogen te zien. Ik heb het gevoel dat de tijd er rijp voor is, maar ik heb me wel vaker vergist. We wachten het af maar zitten natuurlijk niet stil. Ik ben benieuwd wanneer de eerste stad zich serieus meldt. De strategie is simpel; tuinieren en opruimen. Als je bovendien zorgt voor 80% inheemse planten en tuinplanten gebruikt voor verfraaiing zit je altijd goed en het is nul risico dat het mislukt. De natuur doet het werk.Veel meer kan ik niet zeggen of doen om te overtuigen dus dan leg ik de rest liever in Gods handen.
Comments