Onderhoud is dus wel sexy
Park 1943 op maandagochtend 27 september
Vanochtend in Park 1943 had ik een afspraak met architectuurstudente Margot die een essay moest schrijven over de rol van de ontwerper in de stad. Ze was bij ons gekomen vanwege het Proefpark dat ze kende en ze vond het jammer dat het was verdwenen. Ze wilde weten hoe het in elkaar zat. Ik nodig mensen graag uit tijdens het werk in Park 1943. Je kunt rustig praten en ondertussen kan ik afval prikken. Mensen kunnen ook meehelpen, maar vanochtend lag er weinig afval. Het had zowat het hele weekend geregend en dat scheelt. Margot is een hippe meid en ze leek oprecht geïnteresseerd. Het is natuurlijk ook een interessante vraag, wat is de rol van de ontwerper in de huidige stad? Ik vertelde haar dat ik nu al twee jaar dagelijks in de uitvoerende onderhoudspraktijk werk. Deels noodgedwongen omdat ik te weinig budget heb om genoeg mensen in te huren. In onze hoogtijdagen tussen 2010 en 2013 hadden we zo’n 30 betaalde Tuinlieden lopen. We dachten als Creatief Beheer dat we door zouden groeien maar dat was een misrekening. We hielden geen rekening met de pilotparadox die stelt dat een pilot niet doorgroeit in de reguliere praktijk. Precies dat gebeurde, toen we uit de crisis kwamen ging alles weer terug naar het oude normaal. De tijdelijke terreinen werden bebouwd en op het groenonderhoud werd weer bezuinigd. Het schoon organiseert de gemeente grotendeels zelf. En door de aanbestedingsregels van zowel welzijn als groen was er geen plek voor ons en geen budget. Op advies van de gemeente hebben we in 2017 van het Right to Challenge gebruik gemaakt. Hierbij kunnen burgers taken van de gemeente overnemen tegen hetzelfde budget. Dat was precies wat we wilden.
We ontwikkelen nu samen met de gemeente een aantal stadsgeneeskunde trajecten. De taken die we overnemen bevinden zich in ons geval in het dagelijks onderhoud, namelijk; schoon en groen. Hier ligt mijns inziens de sleutel tot een gezondere groenere stad. Mijn dagelijkse aanwezigheid in de praktijk heeft als groot voordeel dat ik alles zie en veel mensen spreek. Margot vertelde dat ze moeite heeft met hoe participatie nu geregeld was en de rol van de ontwerper hierbij. Een ontwerper die samen met bewoners in een aantal sessies een plek ontwerpt. Waar zit de expertise en levert dit wel een beter ontwerp.
‘Dat werkt niet op deze manier’ zeg ik. Niet de bewoners maar de gebruikers zouden centraal moeten staan. Gebruikers zijn er in alle soorten en maten. Kinderen hebben de buitenruimte nodig om zich te ontwikkelen, om te spelen. Bewoners om elkaar te ontmoeten of elkaar te passeren. Daklozen wonen in de buitenruimte. Zo kan ik nog een tijdje doorgaan. Als je Tuinman bent en je zorgt dagelijks voor een schone en groene omgeving kom je alle gebruikers tegen tijdens het werk. Als het een mooi weekend was geweest hadden we hier zeker 30 bierblikjes gevonden, zo’n 5 flessen wodka, fanta flessen en energiedrankjes, naast wietzakjes en afhaalmaaltijden. Schoonmaakdoekjes, mondmaskers en handschoenen vind je inmiddels ook volop en ballonnen natuurlijk. Dus als Tuinman krijg je automatisch een goede indruk van wat er ’s nachts en overdag allemaal gebeurd. Je ziet de sporen, maar je leert de gebruikers ook kennen. Zo is daar buurman Peter die uitkijkt op het park, alles ziet en ons informeert over wat er gebeurd. We kennen de agenten, de druggebruikers, de hondenbezitters, de kinderen, de verwarde mensen, etc. Het dagelijks onderhoud en de bijbehorende aanwezigheid is een fantastische informatiepositie en een logische basis voor ontwikkeling. Maar juist dit domein wordt nog steeds beleidsmatig gezien als kostenpost in plaats van een manier om een wijk te ontwikkelen. Wat nu is de rol van de ontwerper hierbij vroeg ik haar?
Ze vond het lastig dat te beantwoorden. Het argument van de gebruikers in plaats van bewoners vond ze overtuigend. Ze gelooft in vakkennis en daar geloof ik ook in. Het gaat erom dat dit serieus wordt genomen. Dat is het idee achter de Tuinman(m/v); een vakman/vrouw in de frontlijn in de uitvoering. Daar is immers alle informatie voorhanden en je kunt dit dus makkelijk decentraal en integraal uitvoeren met vakmensen, vrijwilligers en bewoners. Als ik ’s ochtends een rondje schoonmaak, zie ik tegelijkertijd ook alle planten en dieren. Als ik aan het tuinieren ben vind ik allerlei klein zwerfvuil tussen de struiken. Een Tuinman heeft kennis van planten, tuinieren, ecologie en heeft voldoende organisatietalent om het werk integraal samen met vrijwilligers en bewoners uit te voeren. Ontwerpers die het onderhoud geen onderdeel maken van hetgeen ze ontwerpen zijn dus niet erg slim bezig. Er is al zoveel ontworpen en de uitdaging is nu alles ook goed te laten functioneren en te verduurzamen. Dat kan alleen samen worden gerealiseerd. Het is uiteindelijk mensenwerk. De mens is immers het meest complexe en duurzaamste bouwmateriaal van een stad. Goede ontwerpers hebben hier oog voor, het ding dat je ontwerpt moet gebruikt worden en onderhouden. Dit geldt natuurlijk ook voor architecten die huizen ontwerpen; het gaat niet alleen om hoe het eruit ziet.
Als Creatief Beheer zijn we in 2002 als kunstenaars en ontwerpers aan onze praktijk begonnen. We richten tijdelijke parken in en al snel kwamen we erachter dat juist de dagelijkse aanwezigheid zowel het park als de participatie en draagvlak liet groeien. We bestaan nu 18 jaar en in die periode hebben we met heel wat ontwerpers gewerkt en die kwamen vaak met originele oplossingen. Of met onzinnige dingen, die later niet zo onzinnig bleken. Kortom goed ontwerpen is belangrijk! In Park 1943 hebben we vier jaar geleden de perken ontsloten. ‘Park in het perk’ heette dat toen. Je maakt zo een Park direct twee keer groter en gevarieerder qua gebruik. Het schoonmaken en tuinieren gaat veel beter en kinderen kunnen er echt in het groen spelen.
Tijdens de wandeling kwamen we Pieter tegen, hij is een bommenspecialist en kwam uit interesse kijken in Park 1943 dat haar naam dankt aan het bombardement dat hier plaats vond op 31 maart 1943. Hoeveel blindgangers zouden er nog liggen? Zeker een paar. We hadden een uitgebreid gesprek. Ik had het over de esthetiek van groen en dat de Nederlandse natuur niet werd toegelaten in de stad. Pieter zei: ‘Mensen zeggen dat is onkruid, ik zeg dan, nee als dat plantje in de woestijn zou staan was het erg zeldzaam.’ Feit is dat de meeste mensen die ik spreek houden van de natuur, de meeste mensen hebben een hekel aan zwerfvuil en de meeste mensen zoeken veiligheid en geborgenheid. Dat hoef je niet te vragen. Dat is dan ook de taak van de overheid en van ons allemaal. Aan het dagelijks onderhoud kan bovendien iedereen meedoen en zijn of haar steentje bijdragen. Dat kan niet zo makkelijk bij het ontwerpen, dat gaat indirect via gebruik, interactie en de bekwaamheid van de ontwerper.
Oorlogsmonument van Mathieu Ficheroux in park 1943
Dus tja, genoeg te doen voor ontwerpers in de stad. Misschien is meedoen in het onderhoud een hele goede stap om alle mogelijkheden goed te kunnen inschatten voor je überhaupt gaat ontwerpen. Het is immers ook nuttig voor artsen om een tijdje in de verpleging te werken. In de praktijk kom je tot andere oplossingen dan achter een bureau. Oplossingen ontstaan ook vaak gaande weg in de praktijk. Op het eind vroeg ze waarom ik dit deed. Dat is trouwens een standaardvraag die mensen mij stellen. Ik heb diverse antwoorden, maar vandaag zei ik: ‘dat doe ik voor een plekje in de hemel.’ Het is moeilijk om een eenduidig antwoord te geven waarom je iets doet. IJdelheid, hebzucht en geilheid drijven ons voort, maar ook verantwoordelijkheid, betrokkenheid en schoonheid. Het is zo gegroeid. Ik doe het al twintig jaar eerst deed ik er festivals en televisie/internet naast maar op de een of andere manier vind ik dit het meest bevredigend. Het concept is prachtig en het werkt echt: stadsgeneeskunde. Onderhoud is dus wel sexy en hier is een wereld te winnen.
Als kunstenaar noemde ik mezelf ooit ‘kampioen der sukkels’, de underdog heeft me altijd getrokken. Nu ik dagelijks papier prik ondervind ik dat aan den lijve. Het papierprikken staat niet in hoog aanzien, een heleboel mensen groeten je niet of praten gewoon langs je heen alsof je niet bestaat. De ideale positie overigens om zaken te observeren. Het is leuk om ermee te spelen. Waar ik nu de meeste moeite mee heb is om het belang en de potentie van het dagelijkse onderhoud onder de aandacht te brengen van beleidsmakers, wetenschappers en vernieuwers. Daarom ben ik altijd heel blij als studenten me weten te vinden, dat geeft hoop voor de toekomst. Margot gaf me een doosje koekjes als bedankje. Erg attent.
Commentaires